Terwijl de kleine wijzer van de klok richting de zeven schuifelt wandel ik naar het sportcomplex aan de Musschenberg. Ik heb afgesproken met Kurt Geelen, die met ingang van het seizoen 25/26 de Spaubeekse selectie onder zijn hoede krijgt. Een gewaagde keuze van de Technische Commissie, want met het aanstellen van Kurt kiest de vereniging voor het eerst in haar bijna 100-jarig bestaan voor een buitenlandse trainer.
Eenmaal aangekomen op ons sportcomplex staat Kurt al te wachten, bovenaan de tribune. Van daaruit heeft hij goed zicht op onze ‘Comeback Kids’, die hun maandag-training afwerken en bemerkt de toewijding van Max Leunissen, die de training voor de JO17 en JO16 uitzet.
Terwijl Danny Bastings de sleutel in het slot van de kantinedeur steekt, geeft Kurt me een ferme handdruk. We gaan aan tafel zitten en na het stellen van de eerste vraag steekt Kurt van wal.
Nadat bekend wordt dat de samenwerking tussen Mike Zwartjes en VV Spaubeek stopt, besluit je contact op te nemen met de vereniging. Waarom klim je in je pen en schrijf je een sollicitatiebrief?
‘Heel simpel eigenlijk: omdat ik op zoek was naar een club. Ik volg momenteel de opleiding UEFA A nog en die eindigt eind maart, begin april. En de afgelopen tijd heb ik mezelf de vraag gesteld wat ik nu precies wil. Wil ik een club gaan trainen in België of toch misschien over de grens in Nederland kijken?’
‘Ik heb dat ook met het thuisfront overlegd. Wat vindt mijn vrouw ervan en wat is de ideaalsituatie? Ik heb namelijk een zoon die in België voetbalt en die speelt zijn wedstrijden op zaterdagavond. En die wil ik ook nog enigszins blijven volgen. Toen heeft mijn vrouw me aangespoord om een club in Nederland te zoeken. En dan trek je een straal van een x-aantal kilometers om je huis en ga je daarbinnen op zoek. Toen kwam ik uit bij VV Spaubeek.’
‘Ik heb me toen geïnformeerd over de vereniging waarbij ik antwoorden probeerde te vinden op de vragen ‘Wat is dat voor een vereniging?’, ‘Over welke accommodatie beschikt zo’n vereniging’ of ‘Hoeveel jeugd heeft die vereniging?’. En als je die antwoorden hebt gevonden spreekt je dat aan of niet. Het sprak me aan en ik waagde een gokje door een sollicitatiebrief te sturen.’

‘Als je ergens op gesprek gaat, dan bereid je je natuurlijk voor. Ik ben natuurlijk ook nog in opleiding, dus daar heb je het dan ook over. Dus ik had wel een idee over hetgeen ik zou aantreffen.’
En toen je daadwerkelijk in Spaubeek arriveerde, wat trof je toen aan?
‘Vrij spontane mensen waarmee ik eigenlijk meteen wel klikte. Danny Bastings, Charlie Caelen, Ray Peters en ik hebben zich aan elkaar voorgesteld en hebben vervolgens gesproken over de ambitie van de club en de reden waarom ze op zoek zijn gegaan naar een andere trainer.’
‘Ik merkte al heel snel dat hun verhaal goed overeen kwam met mijn eigen ambities en hadden daarover een prima gesprek.’
Nadat je het Facebook-bericht over je aanstelling als hoofdtrainer deelde hebben enkele honderden personen het bericht geliked en een opmerking achtergelaten. Kunnen we deze mensen komend seizoen langs de lijn verwachten?
‘Mwah, niet zo veel. Maar toch wel wat, haha! Mijn zoon en entourage komen geregeld kijken en niet te vergeten mijn vrouw natuurlijk! Het zal wel meevallen, maar ik heb inderdaad wel een uitgebreide vriendenkring.’
Als je tijdens het seizoen 21/22 als interim-trainer wordt aangesteld bij Lindenheuvel-Heidebloem Combinatie maak je kennis met het Nederlandse voetbal. Wat spreekt je daarin zo aan en waarin onderscheidt Nederland zich van België?
‘Vooral de organisatie van de verenigingen. In Nederland zijn verenigingen over het algemeen beter georganiseerd dan in België. In Nederland heb je voor heel veel zaken een werkgroep, wordt alles overlegd en is er sprake van een open communicatie. In Nederland heb je bijvoorbeeld een technische commissie waarin over voetbal wordt gesproken. Dat kennen we in België niet zo.’

‘Het kan voorkomen dat iemand een slechte wedstrijd speelt en als je volgens de mensen aan de toog de verkeerde spelers hebt gewisseld, dan hoef je de dinsdag nadien niet meer te komen. In Nederland wordt veel meer gesproken en overleg gepleegd en dat spreekt me erg aan.’
‘Na de wedstrijd zit je hier ook nog even met de scheidsrechter en de trainer en bestuursleden van de tegenstander aan tafel om nog even na te praten en dat vind ik zo leuk.’
Het gaat er in Nederland iets professioneler aan toe.
‘Nou, ik noem het eerder georganiseerder.’
Minder emotioneel?
‘Ja, emoties voeren minder de boventoon. Hier wordt meer rationeel gedacht. Meer organisatie en meer structuur en dat heb ik graag.’
In België gaat naar verluidt veel meer geld om in het amateurvoetbal, maar je kiest er toch voor te solliciteren bij een vereniging zonder salarishuishouding. Dat zorgt ook voor beperkingen.
‘Dat is mij om het even. Ik eis niks qua spelers en werk met de spelers die voorhanden zijn. Ik heb geluisterd naar wat Danny, Charlie en Ray me vertelden. De selectie bestaat uit een kern spelers met veel kwaliteiten waarvan er een aantal buiten Spaubeek op een (iets) hoger niveau hun opleiding hebben genoten en ook hongerig zijn om stappen te zetten, te groeien. Dat spreekt me aan. Ik volg nu een opleiding waarin ook aandacht wordt besteed aan de manier waarop je spelers beter kunt maken. Dat wil ik graag en ik vind dat ik dat ook best kan.’
In je spelerscarrière heb je op een hoger niveau gespeeld dan VV Spaubeeks eerste elftal doorgaans acteerde. Welke lessen heb je daar opgestoken die je verder helpen als trainer en nog steeds van pas komen?
‘Akkoord, ik speelde zelf misschien wel op een hoger niveau, maar ik denk niet dat dat gaat botsen. Het zorgt ervoor dat ik ga proberen om spelers mee te nemen naar datzelfde niveau. Ik heb misschien een andere denkwijze dan spelers gewend zijn. Waarom niet eens wat anders proberen? Dan kunnen we nog altijd bezien of we het toch op de oude vertrouwde manier gaan doen.’
‘En vergeet niet dat ik VV Ven-Maaseik heb getraind en dat op dat moment ook ‘maar’ in de Vierde Provinciale voetbalde. Oké, we zijn toen wel kampioen geworden en promoveerden naar de Derde Provinciale en zijn van daaruit verder gegaan. Je moet aanvoelen wat de vereniging wilt en wat bij de spelers past. Maar je moet wel je grenzen opzoeken, op welk niveau je ook speelt. Met aanmodderen kom je niet verder.’
Als je je diploma behaalt mag je trainen in de hoogste klassen van het amateurvoetbal en beloftenelftallen van betaald voetbalorganisaties (BVO’s). Als eindigen bij een BVO je ambitie is, dan lijkt kiezen voor VV Spaubeek daarmee niet te stroken.
‘Nee, zo raar is dat niet. Ik heb een afweging gemaakt tussen werk, privé en mijn trainerscarrière. Door omstandigheden en het volgen van mijn opleiding heeft mijn trainerscarrière eigenlijk tweeënhalf jaar stilgelegen. Ik heb veel tijd in mijn opleiding moeten steken. Die opgedane kennis wil ik nu in de praktijk gaan brengen. Ik ben eerlijk: verenigingen uit de Eerste Klasse, Tweede Klasse of die Divisie spelen zitten niet op mij te wachten. Daar kun je niet zomaar even instappen.’
‘Ik wil proberen verder te komen in het trainersvak, maar dan via verenigingen waar ik rustig kan werken. Ik wil een CV opbouwen en ben ambitieus. Maar dat gaat niet zomaar. Daarvoor moet je de tijd nemen, langere tijd bij een vereniging zitten en proberen iets neer te zetten.’
‘Ik wil het beste uit mezelf halen en uit de spelers, maar dat moet een wisselwerking zijn. We hebben elkaar daarbij nodig.’
Kun je uitleggen hoe zo’n opleiding in de praktijk eruit ziet? En wat brengt zo’n opleiding voor studiebelasting met zich mee?
‘Nou, dat is pittig, haha! Wees daar zeker van. Wekelijks volg ik lessen in Westerlo en daar zitten we samen met een zeventiental cursisten. Dat begint rond 18.30 uur en loopt soms door tot 23.00 uur of zelfs 23.30 uur.’
‘We staan vaak op het veld en geven dan trainingen die we vervolgens analyseren. Of we moeten elkaars trainingen beoordelen. Of we analyseren wedstrijden uit de Nederlandse Eredivisie, Belgische Eerste Klasse of de Champions League. Daar geef je dan een presentatie over of je verwerkt spelsituaties uit zulke wedstrijden weer in trainingen. En dat vind ik super interessant!’
‘Ook zaken als trainingsopbouw, werken met data die je uit trackers haalt en periodiseren komen aan bod. Het is erg interessant uit te vinden hoe je nu een seizoen doorkomt met zo min mogelijk blessuregevallen en hoe je spelers een heel seizoen topfit houdt. Hoe zorg je ervoor dat spelers pieken op het juiste moment, tijdens sleutelwedstrijden? Zulke zaken komen allemaal aan bod.’
‘De cursisten vormen een gemêleerd gezelschap. Er zijn mensen bij die tegen het niveau van de Nederlandse Keuken Kampioen Divisie aanzitten, maar ook mensen die in de Vierde Klasse trainen. Dat is een mooie mix. Het dwingt je wel om mee te gaan met het hoge niveau.’
‘Mijn UEFA B-diploma behaalde ik 13 jaar geleden en ik wilde heel graag wat doen. Toen heb ik daar thuis met mijn vrouw over gesproken en gestart met deze opleiding, die tweeënhalf jaar duurt. Nadat ik me had ingeschreven heb ik mezelf wel eens afgevraagd waar ik eigenlijk aan begonnen ben, haha! Dat is allemaal nieuw voor me, kent een hoog niveau en ik schaar dat onder ‘next level’. Echt héél interessant.’
Daar gaan wij als vereniging dus veel voordeel bij hebben!
‘O, dat weet ik niet. Want je kunt dat niet overal ‘zomaar’ toepassen. Ik ga hier starten en moet nog even mijn weg daarin zoeken. De manier van trainen gaat voor de selectie misschien wel anders worden dan ze gewend zijn. En dan doel ik specifiek op de trainingsopbouw met een iets andere voorbereiding en periodisering. Het is aan mij om de spelers daarin mee te krijgen. Dat wordt geen dictaat, maar zal in overleg met spelers gaan. Ik heb begrepen dat er ook een fysiotherapeut is aangesloten bij VV Spaubeek en die wil ik daarin ook betrekken. Want ik kan van alles willen, ik moet natuurlijk ook draagvlak voor mijn aanpak creëren.’
In Nederland proberen we het publiek te vermaken terwijl in ons omringende landen wordt gevoetbald om te winnen. Hoe komen jouw ideeën over voetbal overeen met ‘De Hollandse School’?
‘Voor mij is dat heel simpel. Als je voet op het veld zet doe je dat omdat je wilt winnen. En ja, soms gaat dat misschien gepaard met lelijk voetbal, maar de wil om te winnen moet de basis zijn. Soms vraagt zelfs de situatie tijdens een wedstrijd om een tactische aanpassing te doen. Je kunt nu eenmaal niet de boel altijd opengooien.’
‘Ik vind het wel belangrijk dat we van onze eigen kwaliteiten uitgaan en dat iedereen zich goed voelt in zijn rol. Voetbal zoals jullie dat in Nederland spelen vind ik leuker en dat ligt me iets beter. Ik weet niet waarom, maar dat heb ik tijdens mijn voetbal- en trainerscarrière in Nederland gemerkt.’
Toen de bestuurstermijn van Pascal Nijsten afliep en zich niet meer verkiesbaar stelde werd hij benoemd tot erelid. Hij roemde de vereniging en nam het woord ‘topclub’ in de mond. Wat in jou verdient het predicaat ‘topclub’?
‘Hmm, dat weet ik niet precies, maar het uitgangspunt moet zijn om alles wat je doet zo goed als mogelijk te doen, op ieders niveau. En vaak zit ‘m dat in kleine dingen, details. In Nederland is daar meer oog voor, in België minder.’
‘Als je vaststelt dat je ergens kunt verbeteren en je doet dat dan ook, dan verdien je in mijn ogen het predicaat topclub. En dat begint al in de jeugd. Wil je ook in de jeugdafdeling zaken verbeteren of wil je dat niet en accepteer je dat het gaat zoals het gaat? En daarin kun je je als vereniging onderscheiden ten opzichte van andere verenigingen.’

‘Ik moet zeggen dat ik best in gesprek durf te gaan met andere trainers. Om gewoon eens te vragen waarom hij zus of zo doet. Stel, ik zet een training uit voor mijn selectie en een jeugdelftal traint op dat moment en ik zie iets dat volgens mij ook anders kan, dan wil ik wel eens tips geven. Als een trainer daarvoor open staat, dan sta ik klaar om te helpen. Is een trainer daar niet van gediend: even goede vrienden.’
VV Spaubeek is partnerclub van Fortuna Sittard en een groot aantal leden is regelmatig te vinden op de tribunes van de Sittardse Eredivisionist. Waar ga jij voetbal kijken in je vrije tijd?
‘Vrije tijd? Die heb ik nauwelijks! Maar als ik ergens ga kijken, dan toch naar mijn zoon. Hij speelt bij K. Standard Elen, dat uitkomt in de Tweede Provinciale. Dat is juist één niveau hoger dan waarop VV Spaubeek acteert. Ze spelen hun wedstrijden doorgaans op zaterdagavond, dus dat komt goed uit!’
‘Heb je het over profvoetbal, dan moet ik toegeven dat ik Anderlecht-fan ben. Maar ik kom daar hoogstens een paar keer per jaar, meer niet.’
Met het vertrek van Mike Zwartjes zwaait wellicht ook een hele generatie af. Toen dat de vorige keer gebeurde moest VV Spaubeek een stap terug doen en viel terug naar de 4e Klasse. Hoe ga je voorkomen dat we een stap terug moeten zetten?
‘Het begint met het neerzetten van een goede organisatie. De spelers duidelijk maken wat ik van ze verwacht. Ik zal duidelijk aangeven wat ik van een speler op een bepaalde positie verwacht en daar gaan we hard op trainen. Trainen van posities, maar ook van linies.’

‘Ik zal aangeven wat ik verwacht in balbezit en bij balverlies. Spelers gaan misschien wel protesteren en zeggen ‘dat heb ik nog nooit moeten doen’. Maar dat is alleen maar goed. Want ik ben opgeleid om spelers uit te leggen waarom ze bepaalde taken moeten uitvoeren.’
‘En dat gaat me ook wel lukken. Er zijn hier in de kantine grote schermen aanwezig waarop ik zaken kan uitleggen of aantonen. Daarop kan ik mijn laptop aansluiten en spelers meer uitleg geven. Of misschien heeft een tegenstander eens een wedstrijd opgenomen en mogen we die beelden gebruiken. Daarmee kan ik dan aan de slag om eens een wedstrijd of een spelsituatie terug te kijken. Als je zaken visueel kunt maken gaat je dat heel veel helpen om zaken te kunnen duiden.’
‘Video-analyse is ook onderdeel van mijn opleiding. De waarde daarvan wordt onderschat. Als je beelden hebt, dan kun je toch veel makkelijker zaken verduidelijken. En dat kun je dan weer verwerken in je trainingen.’
‘Ik ben van plan om apart met linies te gaan trainen. Wat moet elke linie doen en wat kan er bijvoorbeeld beter? Dat zou ik ook graag met de verdediging en de aanvallers willen doen. Dat zal zeker niet wekelijks zijn, maar bijvoorbeeld eens per maand. Zodoende komt elke linie een paar keer per seizoen aan de beurt.’
‘Dat kun je ook niet elke keer doen, maar het is wel eens goed om bijvoorbeeld je middenvelders bijeen te roepen en die samen specifiek te laten trainen tijdens een deel van de totale training. Ondertussen traint de assistent-trainer met de rest van de groep en tegen het einde van de training komt de groep weer samen. Dan ben je echt positioneel bezig.’
‘Je kunt dan spreken over de problemen die zo’n linie tegenkomt in het veld en zoeken naar oplossingen. Zo ben je eigenlijk steeds met elkaar bezig om te verbeteren.’
Vanaf komend seizoen beschikt de vereniging weer over een JO18 of zelfs JO19. Een aantal spelers zal de overstap moeten maken naar de selectie. Hoe ga je dat begeleiden?
‘Het belangrijkste is dat alles in overleg gaat. Welke speler is er geschikt om eventueel door te stromen? Daarover ga ik met die trainers periodiek in overleg.’

‘Hoe gaan we die spelers prikkelen zodat ze ook de ambitie krijgen om door te stromen naar de eerste selectie? Doen we dat door spelers eens te laten meetrainen of moet ik juist eens een training overnemen? Maar met elkaar in gesprek blijven is het allerbelangrijkste.’
Ons tweede elftal is, zoals bij vele verenigingen, een zorgenkindje gebleken de afgelopen seizoenen. Een kleine vaste kern met veel aanvulling van ander elftallen. Zo nu en dan zal het verenigingsbelang prevaleren boven jouw belang (presteren met het eerste elftal). Hoe houd je daar rekening mee?
‘Welke vereniging maakt zich geen zorgen over hun tweede elftal? Het belangrijkste blijft het boeken van resultaten met het eerste elftal, maar het is bijna net zo belangrijk dat het tweede elftal ook enigszins probleemloos haar competitie kan afwerken. En omdat ik nu bij een kleine vereniging aan de slag ga, weet ik dat het soms ook passen en meten wordt. Dat weet ik van tevoren en ga daar niet moeilijk over doen.’
Tijdens het seizoen 01/02 stond Josh Vanderlyde voor de groep. Een echte vakman, maar de spelersgroep kon niet meegaan in zijn belevingswereld. Hoe voorkom je dat de spelers niet meekunnen in jouw ambitieniveau?
‘Op de eerste plaats door het niet té moeilijk te maken, haha! Simpel houden en ervoor zorgen dat de spelers zich te allen tijde amuseren. In elke training moet voldoende ‘fun’ zitten waardoor spelers ook graag naar de training komen.’
‘Ik verklap alvast dat er momenten gaan komen dat we langer dan spelers gewoon zijn op het veld gaan staan. Dat zijn tactische trainingen waarin spelers keuzes moeten gaan maken, dat ze bepaalde zaken moeten gaan herkennen, maar plezier blijft de basis. Trainingen waarin elementen zitten waarbij je moet scoren bijvoorbeeld met onderlinge competitie. En als je plezier hebt, dan vergeet je ook dat een training iets langer duurt.’
‘Afsluiten met een beloning in de vorm van een korte partijvorm met een competitie-element. En dat is maar één van de voorbeelden.’
Één troost: Josh degradeert weliswaar met VV Spaubeek, maar we gaan toch goed uit elkaar. Dat blijkt een seizoen later als Josh het in de eindfase van de competitie overneemt van de op non-actief gezette Leon Janssen en ons eerste elftal in veilige haven loodst. Weinig trainers verlaten met slaande deuren het pand.
‘Dat is goed om te horen!’
Tijdens het seizoen 27/28 vieren we ons eeuwfeest. Dat is nog betrekkelijk veraf, maar vier je dat met ons mee?
‘Nou, ik kom wel, maar ik weet niet of ik dan nog trainer ben, haha! Dat gaan we zien. Ik hoop het en ik zou het zeker niet erg vinden. Als ik me ergens goed voel, dan is er geen reden om weg te gaan. Dat geldt voor mij, maar ook voor de spelers.’
‘Doordat VV Spaubeek geen salarishuishouding heeft is het verloop onder de spelers niet zo groot en dan komt op enig moment het punt dat iedereen iets anders wilt. Je kunt dan moeilijk de trainer laten zitten en de spelers vervangen dus dan wisselt een vereniging van trainer. De job van trainer is een vergankelijke!’

‘Het blijft weliswaar een hobby, maar heb bewust de keuze gemaakt om te solliciteren bij deze vereniging. Eerst mijn diploma behalen en dan mijn opgestoken kennis in de praktijk brengen.’
Ondertussen hebben zich steeds meer kopstukken van het Spaubeekse voetbal op ons sportcomplex verzameld die óók staan te popelen om met Kurt in gesprek te gaan.
We stuiten af zoals we zijn begonnen: met een ferme handdruk. Eerst ligt Kurts focus op het afronden van zijn opleiding en vervolgens zal hij zich gaan richten op onze vereniging.
We gaan als vereniging spannende tijden tegemoet, waar we met veel vertrouwen naar uitkijken. We wensen Kurt en zijn selectie nu al veel succes voor het seizoen 25/26!