Na het competitie-einde wordt ons ‘bijveld’ vrijwel meteen afgesloten om onder handen te worden genomen. Het seizoen was lang en zwaar en groot onderhoud is noodzakelijk
Zo wordt het gras geschraapt, worden de ballenvangers gedeeltelijk vernieuwd en wordt onderhoud gepleegd aan de omheining.
Als de werkzaamheden zijn afgerond, wordt het ‘bijveld’ niet teruggegeven aan de voetballers, maar nemen de plaatselijke roeken en kraaien het veld in bezit. Maar waarom zijn ze niet weg te slaan van ons ‘bijveld’?
Het veld is namelijk ook de thuishaven van engerlingen en emelten. Pardon? Juist ja!
Deze larven zijn gek op de wortels van gras en dus funest voor onze grasmat. En roeken en kraaien zijn op hun beurt weer dol op engerlingen en emelten. De combinatie van beide zorgt ervoor dat de jonge graswortels worden aangevreten en de grasmat wordt omgewoeld. En laat die larven juist in de zomerstop (tussen juli en september) actief zijn!
Om schade aan ons ‘bijveld’ te voorkomen is vandaag geëxperimenteerd met een biologisch middel om de strijd aan te gaan met deze engerlingen en emelten en onrechtstreeks met de grote zwarte vogels.
Slaagt het experiment, dan groeit het gras ook minder snel, neemt het grasveld minder water op en kunnen we bij het begin van de trainingen beschikken over een grasmat die in topconditie is.
Dus heb je een drone zien vliegen over het ‘bijveld’, dan weet je wat hiervan de reden is!